Om ongevallen te voorkomen, is het zeer belangrijk om onderhoud te plegen aan je noodverlichtingsinstallatie. Het is een fabel dat noodverlichting alleen dient te functioneren bij brand. De rookontwikkeling die voortkomt uit brand stijgt immers op, waardoor de noodverlichting vaak niet meer zichtbaar is.
Dat neemt echter niet weg, dat noodverlichting én het onderhoud eraan van ondergeschikt belang is. De meest duidelijke reden hiervoor is dat in het gebouw aanwezige mensen veilig hun weg naar buiten moeten kunnen vinden. Ongeacht de oorzaak, moet noodverlichting functioneren bij het wegvallen van de netspanning.
Het wegvallen van de netspanning komt vaker voor dan alleen bij brand. Om te kunnen garanderen dat noodverlichting werkt, is jaarlijkse controle van belang.
Controle noodverlichting verplicht volgens Arbowet
Volgens de Arbowet moeten arbeidsplaatsen waar werknemers bij het uitvallen van het kunstlicht aan bijzondere gevaren blootgesteld worden, voorzien zijn van adequate noodverlichting. In het Bouwbesluit van 2012 zijn prestatie-eisen gesteld aan noodverlichting. Hier valt ook onder dat er regelmatig onderhoud gepleegd moet worden om te controleren of de noodverlichting nog voldoet en nog juist werkt.
Onderhoud gewaarborgd in het Bouwbesluit
In het Bouwbesluit is vastgelegd dat gedegen onderhoud van belang is. Door frequente controle kun je garanderen dat bij stroomuitval de gebruikers van een pand een veilige en zichtbare weg naar buiten kunnen vinden.
Waarom is controle van noodverlichting belangrijk?
- Gebruikers van een gebouw vinden veilig en zichtbaar hun weg naar buiten.
- Bij stroomuitval moet noodverlichting een minimale hoeveelheid licht kunnen afgeven.
Als er gebruik wordt gemaakt van noodverlichting door stroomuitval, moet de noodverlichtingsinstallatie 60 minuten lang kunnen garanderen dat er tenminste 1 lux lichtsterkte wordt geproduceerd. Alles erop gericht dat een veilige weg naar buiten wordt gevolgd.
Voor wie is controle van noodverlichting bedoeld?
Ieder gebouw waar noodverlichting is aangebracht dient te worden onderhouden, om zo de duurtest van 60 minuten te kunnen garanderen.
Uitgangspunten verlichtingsinstallatie
Bouwbesluit 2012 beschrijft de volgende uitgangspunten voor een verlichtingsinstallatie:
Art. 6.1 Aansturingsartikel lid 1
Een pand of gebouw heeft een goed werkende verlichtingsinstallatie, zodat het gebouw veilig kan worden gebruikt en verlaten.
Verplichting met betrekking tot noodverlichting zijn afhankelijk van de gebruiksfunctie van een gebouw.
Bij een verplichting met betrekking tot noodverlichting gelden deze uitgangspunten:
- 6.3: een verblijfsruimte voor meer dan 75 ruimte en een besloten ruimte waardoor een vluchtroute uit die verblijfsruimte voert, hebben noodverlichting.
- 6.2 lid 2: functieruimtes onder het meetniveau, hebben noodverlichting.
- Art 6.2 lid 4: besloten ruimtes hebben noodverlichting.
- Een wegtunnelbuis heeft noodverlichting.
- Noodverlichting als bedoeld in het eerste tot en met vierde lid geeft binnen 15 seconden na het uitvallen van de voorziening voor elektriciteit gedurende ten minste 60 minuten een op een vloer, een tredevlak of een hellingbaan gemeten verlichtingssterkte van ten minste 1 lux.
Uit welke stappen bestaat controle van noodverlichting?
De controle van noodverlichting bestaat uit grofweg 7 stappen. Bij gebreken of defecten wordt het nodige hersteld.
- Visuele inspectie van noodverlichting.
- Vaststellen laatste controledatum via aanwezige sticker of logboek/rapportage.
- Onderzoek staat van de armatuur (buitenkant).
- 60 minuten duurtest/functietest.
- Onderzoek binnenzijde armatuur.
- Vervangen TL-lichtbron waar nodig.
- Onderzoek binnenkant armatuur.
- Aanbrengen frequentiesticker.
- Aanmaken rapportage.
- Afronden onderhoud aan noodverlichtingsinstallatie.
- Bevindingen rapporteren.
- Advies verstrekken over eventuele bevindingen en aanbieden van uitvoering van herstelwerkzaamheden.
Laat een reactie achter